US-rechtszaak tegen Google: Parallellen met de EU-uitspraak van 2017?
10 sep. 2024
10 sep. 2024
10 sep. 2024
5 min read
2017 markeerde een keerpunt in de geschiedenis van de digitale economie: De Europese Commissie (EC) legde een recordboete van 2,42 miljard euro op aan Google. Het oordeel? “Onrechtmatige preferente behandeling van de eigen prijsvergelijkingsdienst (Google Shopping).” Nu, 7 jaar later, speelt zich een vergelijkbaar schouwspel af in de VS.
Het nieuwe oordeel tegen Google in de VS
Al op 20 oktober 2020 stonden in totaal 11 deelstaten Google aanklaagd. De beschuldiging: De onlinegigant zou zijn dominante positie misbruiken om concurrenten op het gebied van advertenties en vergelijkingssites te benadelen. De eisers beweren dat Google zijn eigen diensten bevoordeelt en daarmee de concurrentie op de markt voor vergelijkingssites enorm beperken. De Amerikaanse regering stelde zelfs dat Google met deze praktijk “een muur om zijn zoekmachine-monopolie” heeft gecreëerd. Nu is er een 280 pagina's tellend oordeel van rechter Amit Mehta uitgesproken, waarin Google een mogelijke schending van de Amerikaanse antitrustwetgeving wordt verweten. Welke voorwaarden het Amerikaanse ministerie van Justitie als eiser zal eisen, is nog onbekend.
Déjà-vu van het EU-oordeel tegen Google
Ook in 2017 werd er een oordeel uitgesproken tegen Google met betrekking tot zeer vergelijkbare beschuldigingen:
Schending van de EU-antitrustwetgeving. Dat betekent:
Bevoordeling van de eigen dienst (Google Shopping)
Benadeling van de concurrentie (vergelijkingssites van derden)
Toen het oordeel tegen Google in juni 2017 door de Europese Commissie (EC) werd uitgesproken, werd niet alleen een recordboete van 2,42 miljard euro opgelegd, maar werd Google ook verplicht om de praktijken binnen 90 dagen te veranderen. Namelijk zo, dat concurrerende prijsvergelijkingsdiensten niet meer worden benadeeld. Google's oplossing hiervoor was en is tot op de dag van vandaag het Google CSS (Comparison Shopping Service) programma. Dit stelt prijsvergelijkingsdiensten in staat om advertenties weer te geven in de Google Shopping-resultaten en zo de concurrentie met Google's eigen shoppingdienst te bevorderen. Hierdoor zouden meer aanbieders de kans moeten krijgen om hun producten zichtbaar te maken.
De parallellen tussen beide oordelen
De overeenkomsten tussen de EU-zaak en de huidige Amerikaanse zaak zijn opvallend. Vooral de centrale beschuldigingen zijn overlappend:
Misbruik van de dominante positie
Benadeling van de concurrenten
Belemmering van de concurrentie
Terwijl de EU deze beschuldigingen al heeft bestraft met hoge boetes en oproep tot wijziging van praktijken en maatregelen ter verbetering eiste, bevindt de Amerikaanse zaak zich nog in een vroeg stadium, waarin nog geen straffen of gedwongen wijzigingen vereist zijn.
Het Google CSS Partner Programma binnenkort mogelijk wereldwijd?
De huidige zaak in de VS roept twijfels op:
Misbruikt Google zijn dominante macht ook oneerlijk ten opzichte van concurrenten in andere segmenten?
Op dit moment kan men daar alleen maar over speculeren. De parallellen met het EU-oordeel van 2017 maken echter duidelijk dat dergelijke problemen niet alleen een regionaal fenomeen zijn - ze betreffen de hele wereld. Het blijft afwachten welke verdere maatregelen de Amerikaanse autoriteiten zullen nemen en of deze zullen leiden tot een resultaat dat vergelijkbaar is met dat van de EU. Een Google CSS-programma in Amerika? Het oordeel spreekt niet alleen tegen de Google Shopping-praktijken, maar tegen Google's algemene macht in het zoekgebied. Met een opening van het shoppingkanaal zou Google de Amerikaanse autoriteiten dus nog niet kwijt zijn. Toch gaat het bij beide oordelen om vergelijkbare thema's. Het blijft dus afwachten of Google, net als in de EU, reageert en de advertenties opent naar derden.
Wat we nu al weten: De beslissing van de Amerikaanse autoriteiten zou de digitale economie en de wijze waarop grote technologiebedrijven gereguleerd worden, in de toekomst fundamenteel kunnen wijzigen.
2017 markeerde een keerpunt in de geschiedenis van de digitale economie: De Europese Commissie (EC) legde een recordboete van 2,42 miljard euro op aan Google. Het oordeel? “Onrechtmatige preferente behandeling van de eigen prijsvergelijkingsdienst (Google Shopping).” Nu, 7 jaar later, speelt zich een vergelijkbaar schouwspel af in de VS.
Het nieuwe oordeel tegen Google in de VS
Al op 20 oktober 2020 stonden in totaal 11 deelstaten Google aanklaagd. De beschuldiging: De onlinegigant zou zijn dominante positie misbruiken om concurrenten op het gebied van advertenties en vergelijkingssites te benadelen. De eisers beweren dat Google zijn eigen diensten bevoordeelt en daarmee de concurrentie op de markt voor vergelijkingssites enorm beperken. De Amerikaanse regering stelde zelfs dat Google met deze praktijk “een muur om zijn zoekmachine-monopolie” heeft gecreëerd. Nu is er een 280 pagina's tellend oordeel van rechter Amit Mehta uitgesproken, waarin Google een mogelijke schending van de Amerikaanse antitrustwetgeving wordt verweten. Welke voorwaarden het Amerikaanse ministerie van Justitie als eiser zal eisen, is nog onbekend.
Déjà-vu van het EU-oordeel tegen Google
Ook in 2017 werd er een oordeel uitgesproken tegen Google met betrekking tot zeer vergelijkbare beschuldigingen:
Schending van de EU-antitrustwetgeving. Dat betekent:
Bevoordeling van de eigen dienst (Google Shopping)
Benadeling van de concurrentie (vergelijkingssites van derden)
Toen het oordeel tegen Google in juni 2017 door de Europese Commissie (EC) werd uitgesproken, werd niet alleen een recordboete van 2,42 miljard euro opgelegd, maar werd Google ook verplicht om de praktijken binnen 90 dagen te veranderen. Namelijk zo, dat concurrerende prijsvergelijkingsdiensten niet meer worden benadeeld. Google's oplossing hiervoor was en is tot op de dag van vandaag het Google CSS (Comparison Shopping Service) programma. Dit stelt prijsvergelijkingsdiensten in staat om advertenties weer te geven in de Google Shopping-resultaten en zo de concurrentie met Google's eigen shoppingdienst te bevorderen. Hierdoor zouden meer aanbieders de kans moeten krijgen om hun producten zichtbaar te maken.
De parallellen tussen beide oordelen
De overeenkomsten tussen de EU-zaak en de huidige Amerikaanse zaak zijn opvallend. Vooral de centrale beschuldigingen zijn overlappend:
Misbruik van de dominante positie
Benadeling van de concurrenten
Belemmering van de concurrentie
Terwijl de EU deze beschuldigingen al heeft bestraft met hoge boetes en oproep tot wijziging van praktijken en maatregelen ter verbetering eiste, bevindt de Amerikaanse zaak zich nog in een vroeg stadium, waarin nog geen straffen of gedwongen wijzigingen vereist zijn.
Het Google CSS Partner Programma binnenkort mogelijk wereldwijd?
De huidige zaak in de VS roept twijfels op:
Misbruikt Google zijn dominante macht ook oneerlijk ten opzichte van concurrenten in andere segmenten?
Op dit moment kan men daar alleen maar over speculeren. De parallellen met het EU-oordeel van 2017 maken echter duidelijk dat dergelijke problemen niet alleen een regionaal fenomeen zijn - ze betreffen de hele wereld. Het blijft afwachten welke verdere maatregelen de Amerikaanse autoriteiten zullen nemen en of deze zullen leiden tot een resultaat dat vergelijkbaar is met dat van de EU. Een Google CSS-programma in Amerika? Het oordeel spreekt niet alleen tegen de Google Shopping-praktijken, maar tegen Google's algemene macht in het zoekgebied. Met een opening van het shoppingkanaal zou Google de Amerikaanse autoriteiten dus nog niet kwijt zijn. Toch gaat het bij beide oordelen om vergelijkbare thema's. Het blijft dus afwachten of Google, net als in de EU, reageert en de advertenties opent naar derden.
Wat we nu al weten: De beslissing van de Amerikaanse autoriteiten zou de digitale economie en de wijze waarop grote technologiebedrijven gereguleerd worden, in de toekomst fundamenteel kunnen wijzigen.